Hoofdstuk 96 Al-’Alaq: De Klonter

GEOPENBAARD TE MAKKAH 19 verzen

Algemene opmerkingen:

De eerste vijf verzen van dit hoofdstuk zijn, zoals algemeen wordt erkend, de eerste openbaring, die de Heilige Profeet (s.a.w.) ontving. In de rangschikking der hoofdstukken echter heeft het deze plaats gekregen, omdat de daaraan voorafgaande hoofdstukken te sterkste de nadruk leggen op de volmaaktheid en grootheid, waartoe de Heilige Profeet (s.a.w.) zou komen, zowel als op de volmaaktheid en grootheid, waartoe hij zijn volgelingen zou verheffen – een doel, dat door menselijke inspanning niet bereikt zou kunnen worden; en daarom zeggen de eerste woorden van dit hoofdstuk hem om de bijstand van het Goddelijk Wezen te zoeken. Het hoofdstuk is De Klonter genoemd, door de in het tweede vers gemaakte vermelding, dat Allah de mens uit een klonter bloed geschapen heeft, hetgeen hierop zinspeelt, dat, gelijk de schone menselijke vorm geleidelijk van zulk een nederige oorsprong ontwikkeld is, ook de Heilige Profeet (s.a.w.) uit de nederige omstandigheden, waarin hij geplaatst was, tot de grootste hoogheid zou worden verheven.

Biesmiellaahier – Rahmaanier – Rahiem.

In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle.

1 Verkondig de naam van uw Heer, de Schepper

2 Die de mens uit geronnen bloed schiep.

3 Verkondig, want uw Heer is de meest Eerbiedwaardige

4 Die (de mens) door middel van de pen onderwees. 1433

5 Hij leerde aan de mens datgene wat deze niet kende,

6 In het geheel niet. Voorwaar, de mens wordt opstandig,

7 Omdat hij zich onafhankelijk denkt.

8 Voorwaar uw terugkeer is tot uw Heer.

9 Hebt gij degene gezien die verbiedt

10 Wanneer onze dienaar bidt?

11 Zeg mij, als hij de leiding volgt,

12 Of tot rechtvaardigheid maant.

13 Zeg mij, indien hij (de Waarheid) verloochent en zich afwendt.

14 Weet hij niet dat Allah alles ziet?

15 Neen, wanneer hij niet ophoudt, zullen Wij hem zeker bij de haren van zijn voorhoofd grijpen

16 Van dat leugenachtige en schuldige voorhoofd.

17 Laat hij dan zijn raadgevers bij elkaar roepen.

18 Wij zullen ook Onze wachters bijeen brengen. 1434

19 Neen, gehoorzaam hem niet, maar werp u neder en zoek Zijn nabijheid.

——————————————————————————————————————————————————————————

1433 De vermelding van de pen in deze allereerste openbaring aan de Heilige Profeet (s.a.w.) is veelbetekenend; het beduidt niet alleen “de machtige steun voor het propageren van de kennis der Goddelijke Eenheid”, die de Heilige Profeet (s.a.w.) in de pen zou vinden (Rodwell), maar ook, dat de pen een zeer machtig middel is tot verheffing der mensheid. “Lees en schrijf” is dus de allereerste boodschap van de Islam, en om deze reden gaf de opkomst van de Islam een stuwkracht aan geleerdheid, die niet in de geschiedenis van welke anderen godsdienst ook aan te treffen is.

1434 Dit is ongetwijfeld een profetische zinspeling op de latere oorlogen.