Hoofdstuk 101 Al-Qaari’ah: De Afstotende Ramp

GEOPENBAARD TE MAKKAH 11 verzen

Algemene opmerkingen:

De afstotende ramp van dit hoofdstuk, waaraan het zijn titel ontleent, is hetzelfde als de schudding van het 99 ste hoofdstuk.

Biesmiellaahier – Rahmaanier – Rahiem

In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle.

1 De afstotende ramp?

2 Wat is de afstotende ramp?

3 En want weet gij (er van) wat de ramp is? 1443

4 Een Dag waarop de mensen als motten verstrooid zullen zijn.

5 En de bergen als losgemaakte wol zullen zijn. 1444

6 Dan zal hij, wiens schalen zwaar zijn,

7 Een aangenaam leven genieten.

8 Doch hij, wiens schalen licht zijn,

9 Zijn toevlucht zal Hawie’jah zijn. 1445

10 En gij weet niet, wat dit is.

11 Het is een laaiend Vuur.

——————————————————————————————————————————————————————————

1443 Al-Qaari’ah (van qar’ d.i. met kracht slaan) betekent een zeer grote ramp, en hetzelfde woord komt zonder het lidwoord van bepaaldheid al in 13 : 31 voor, waar het gebezigd wordt ter aanduiding van één dier grote rampen, welke de Qoereisjieten van tijd tot tijd bezochten. In 69 : 4 betekent Al-Qaari’ah de ondergang van een volk. Hier betekent het de beloofde of gedreigde ramp: en dus sluit het de gedreigde ramp van dit leven en dat van het hiernamaals in.

1444 De tegenstanders van de Heilige Profeet (s.a.w.) werden, zelfs in dit leven, als verstrooide motten, en hun grote leiders, die bij bergen werden vergeleken, werden verdelgd. In toepassing op de Opstanding behoeven de woorden geen verklaring.

1445 Het Arabische woord voor woning is oemm, dat een moeder betekent. Een woonplaats of verblijf wordt ook oemm genoemd, want het beschermt een mens, zoals een moeder haar kind. De afgrond of de hel wordt hier een moeder genoemd om aan te duiden, dat ‘s mensen betrekking tot de hel gelijk is aan die van een baby tot zijn moeder, nl. dat zijn verblijf aldaar hem geschikt maakt om in de geestelijke wereld vooruit te gaan. Overeenkomstig de Heilige Qoer-An is de hel slechts een trap der geestelijke ontwikkeling van hen, die hun gunstige gelegenheid in dit leven hebben laten voorbijgaan, of ziekten opliepen, die een strenge behandeling eisen.